Hoe verloopt neurofeedback in de praktijk?
De cliënt zit tijdens de behandeling (sessie) in een gemakkelijke stoel. Zowel links als rechts op het hoofd en aan het oor worden drie sensoren geplaatst. In totaal zes sensoren meten de hersenactiviteit. De behandelaar ziet dit op zijn computerscherm als een computer-EEG (elektro-encefalogram). Vervolgens wordt in een trainingsprogramma dat bestaat uit meerdere sessies gewerkt aan het verminderen of opheffen van de turbulentie en/of de disbalans.
Tijdens de training kijkt luistert de cliënt naar ontspannen muziek. Nadat de training is gestart, geeft het computersysteem feedback bij het optreden van turbulentie of disbalans in het neurale netwerk. De feedback bestaat uit kortstondige haperingen in de muziek. De hersenen nemen deze haperingen waar als een niet gewenste onregelmatigheid (chaos) en reageren op een natuurlijke wijze door een meer stabiel hersengolfpatroon op te zoeken zodat de muziek weer vloeiend doorloopt.
De cliënt hoeft hier zelf geen moeite voor te doen omdat dit proces zich op onbewust niveau afspeelt. Na voldoende oefentijd zullen de hersenen hierop reageren door het hersengolfpatroon zo te reorganiseren dat hier meer stabiliteit en evenwicht in ontstaat.
De training is niet inspannend. Het leerproces voor de hersenen speelt zich af op onbewust niveau. De cliënt zelf merkt of voelt hier niets van. Er wordt geen stroom of iets dergelijks ingevoerd.
Neurofeedback moet daarom niet verward worden met een elektroshock behandeling die in de psychiatrie nog wel eens wordt toegepast. De sensoren dienen uitsluitend om de activiteiten van de hersenen uit te lezen. Doorgaans wordt een training door cliënten ervaren als ontspannend en prettig.